Monitoringprotocol
Verpact legt namens producenten en importeurs jaarlijks verantwoording af over de uitvoering en werkt hiervoor samen met diverse actoren volgens de regels in het UMP. Het Monitoringprotocol beschrijft in welk kader gemeenten en afvalbedrijven werkzaamheden moeten uitvoeren zodat de PI’s, aan hun jaarlijkse verslagleggingsverplichtingen kunnen voldoen. Eisen over de wijze van meting en verslaglegging zoals beschreven in dit protocol vormen de basis voor opgaveverplichtingen van gemeenten en afvalbedrijven aan Verpact.
Hoofdstuk 1 beschrijft hoe PI’s aan de wettelijke verplichtingen voor de verslaglegging kunnen voldoen. Deze verslaglegging maakt voor onderdelen gebruik van de gegevens die gemeenten en afvalbedrijven aan Verpact rapporteren[4] (hoofdstuk 2), in een bepaalde jaarcyclus (hoofdstuk 3). Het betreft gegevens op specifieke meetpunten over het gewicht van het (verpakkings)afval dat zij (laten) inzamelen en verwerken (hoofdstuk 4). Ook beschrijft het Monitoringprotocol het gebruik van weeggegevens, aannames en kentallen (hoofdstuk 5).
Het Monitoringprotocol hoort onlosmakelijk bij het Algemeen deel van dit UMP. Ook maken de Algemene UMP bijlagen onderdeel uit van het Monitoringprotocol.
Artikel 8 lid 1 van het Besluit stelt dat PI’s jaarlijks voor 1 augustus verslag uit moeten brengen over het voorafgaande kalenderjaar. Namens de bij haar aangesloten PI’s verzorgt Verpact deze jaarlijkse verslaglegging aan de ILT. Hiervoor past zij de Ministeriële Regeling Verslaglegging afkomstig van het ministerie van IenW toe.
In Figuur 5 is een deel van deze verslaglegging schematisch weergegeven. Voor de berekening van het percentage recycling verpakkingsafval baseert Verpact zich op gegevens op opgaven van gemeenten, afvalbedrijven en recyclers.
Voor verslaglegging aan Verpact doen gemeenten en afvalbedrijven periodiek opgave van de volgende gegevens:
- inzamelgewicht per fractie en/of materiaalsoort, opgesplitst naar de manier van inzameling (gescheiden ingezameld of verkregen via nascheiding en opgesplitst in bedrijfs- en huishoudelijk verpakkingsafval);
- recyclegewicht per fractie en/of materiaalsoort;
- gewicht energieterugwinning per fractie en/of materiaalsoort.
De wijze waarop gemeenten en afvalbedrijven bovenstaande gewichten opgeven aan Verpact is opgenomen in het UP-Gemeenten en UP-Afvalbedrijven. Voor alle gewichten geldt dat gemeenten en afvalbedrijven gebruik maken van de meetpunten zoals benoemd in hoofdstuk 4 van dit Monitoringprotocol en gebruik maken van de methode om het gewicht te bepalen zoals beschreven in hoofdstuk 5 van dit Monitoringprotocol.
Voor de aanlevering en beoordeling van opgaven werken Verpact, de gemeenten en de afvalbedrijven met een jaarcyclus (Figuur 6). Gedurende het jaar verzamelen gemeenten en afvalbedrijven gegevens over de inzameling en verwerking van verpakkingsafval. Afvalbedrijven en gemeenten doen per tijdvak van een maand opgave bij Verpact (zie UP-Gemeenten en UP-Afvalbedrijven voor specifieke eisen ten aanzien van de opgave).
Na afloop van het jaar dienen gemeenten en afvalbedrijven een jaaropgave in, waarmee zij het in het vorige kalenderjaar ingezamelde en verwerkte gewicht verpakkingsafval rapporteren.
Verpact beoordeelt opgaven op juistheid, volledigheid en tijdigheid. De verantwoordelijkheid voor de correctheid en inhoud van de opgave ligt altijd bij de gemeente, het afvalbedrijf en de recycler, ongeacht de beoordeling en eventuele goedkeuring door Verpact.
De inhoud van de goedgekeurde opgaven van gemeenten en afvalbedrijven aggregeert Verpact voor de verslaglegging.
In de Ministeriële Regeling Verslaglegging zijn een meet- en rekenpunt recycling gedefinieerd om het gewicht gerecycled verpakkingsafval te bepalen. De meetpunten inzameling en energieterugwinning worden gebruikt om de berekening voor het percentage recycling verpakkingsafval te onderbouwen. De verschillende meetpunten moeten door alle betrokken partijen worden gebruikt. De metingen dienen plaats te vinden op geijkte weegbruggen. Figuur 7 geeft schematisch de ligging van deze meetpunten weer.
Meetpunt inzameling
Het meetpunt inzameling is het eerste weegmoment na de inzameling van gescheiden aangeboden verpakkingsafval en/of direct na nascheiding. De weging moet plaatsvinden op een door een onafhankelijke instantie periodiek geijkte weegbrug.
Het afvalbedrijf meet bij ontvangst het gewicht per soort materiaal of fractie van het ingezameld verpakkingsafval (bedrijfs- en huishoudelijk verpakkingsafval), onderscheiden naar afkomstig van directe ontdoeners of uit nascheiding van restafval en rapporteert deze gegevens aan Verpact. De gemeente meet op vergelijkbare wijze het gewicht per soort materiaal of fractie voor ingezameld huishoudelijk verpakkingsafval of neemt het resultaat van de meting over van het afvalbedrijf die dit in haar opdracht of in opdracht van Verpact uitvoert en rapporteert deze gegevens aan Verpact.
Meet- en rekenpunt recycling
Het gewicht gerecycled verpakkingsafval wordt bepaald op het rekenpunt recycling. Dit is het punt waarop het verpakkingsafval in de recyclinghandeling wordt gebracht waarin afval opnieuw wordt bewerkt tot producten, materialen of stoffen die geen afval zijn. Het rekenpunt ligt op een later moment in de keten van de recyclingactiviteit dan het meetpunt recycling.
Verpact kan er voor kiezen het gewicht te recyclen verpakkingsafval te wegen op het meetpunt recycling, mits er voor verliezen die optreden tussen het meetpunt recycling en het rekenpunt recycling wordt gecorrigeerd. Het wegen op het meet- of rekenpunt moet plaatsvinden op een door een onafhankelijke instantie periodiek geijkte weegbrug.
Voor iedere materiaalsoort zijn in de Ministeriële Regeling Verslaglegging het meet- en rekenpunt voor recycling in de keten afzonderlijk vastgesteld. Deze punten zijn weergegeven in Tabel 3.
Materiaalsoort |
Meetpunt recycling |
Rekenpunt recycling |
Glas |
Voor recycling aangeboden ingezameld glas bij het glasrecyclingbedrijf, dat het ingezamelde glas opwerkt tot grondstof voor de glasfabriek. |
Gesorteerd glas dat geen verdere verwerking ondergaat alvorens een glasoven in te gaan of voor de productie van filtreermedia, schuurmateriaal, glasvezelisolatiemateriaal en bouwmateriaal van glas wordt gebruikt. |
Kunststof |
Voor recycling aangeboden ingezamelde en gesorteerde kunststoffracties. |
Kunststoffen die vóór het pelletiseren, extruderen of vormen van spuit- of vormgieten geen verdere verwerking ondergaan. |
Papier en karton |
Voor recycling aangeboden gereinigd en (al dan niet) gesorteerd oud papier en -karton. |
Gesorteerd papier en karton dat geen verdere verwerking ondergaat voordat het een pulphandeling ingaat. |
Hout |
Al dan niet gesorteerd hout dat wordt ingezet voor de productie van bijvoorbeeld spaanplaat. |
Gesorteerd hout dat vóór gebruik bij de vervaardiging van spaanplaat of andere producten niet verder wordt verwerkt. |
Aluminium |
Aluminium afkomstig van verpakkingsafval aanwezig in metaalconcentraten die uit de bodemassen van afvalverbrandingsinstallaties zijn teruggewonnen. Dan wel voor recycling aangeboden ingezamelde en gesorteerde aluminium verpakkingen. |
Gesorteerd aluminium dat geen verdere verwerking ondergaat alvorens een smelterij of oven in te gaan. |
Ferrometalen |
Ferrometalen afkomstig van verpakkingsafval aanwezig in metaalconcentraten die uit de bodemassen van afvalverbrandingsinstallaties zijn teruggewonnen. Dan wel voor recycling aangeboden ingezamelde en gesorteerde ferrometalen verpakkingen. |
Gesorteerd ferrometaal dat geen verdere verwerking ondergaat alvorens een smelterij of oven in te gaan. |
Samengestelde verpakkingen |
Voor recycling aangeboden ingezamelde en gesorteerde verpakkingen. |
Kunststof, glas, metaal, hout, papier en karton en andere materialen die het resultaat zijn van de behandeling van composietverpakkingen of van verpakkingen bestaande uit meerdere materialen die geen verdere verwerking ondergaan voordat zij het berekeningspunt bereiken dat voor het desbetreffende materiaal is vastgesteld. |
Tabel 3 - Reken - en meetpunt recycling per materiaalsoort
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de hoeveelheden verpakkingsafval die binnen Nederland zijn gerecycled, die buiten Nederland maar binnen de EU zijn gerecycled en verpakkingsafval dat buiten de EU is gerecycled. Verpakkingsafval mag alleen ter recycling buiten Nederland worden gebracht indien de overbrenging voldoet aan de vereisten van de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA). Verpakkingsafval dat buiten de Europese Unie wordt overgebracht mag alleen als gerecycled verpakkingsafval worden meegeteld indien kan worden aangetoond dat de recycling heeft plaatsgevonden onder omstandigheden die in grote lijnen gelijkwaardig zijn aan die welke in de toepasselijke milieuwetgeving van de Europese Unie voorgeschreven zijn. Deze gelijkwaardigheid kan aangetoond worden door gebruik te maken van audits, normen en certificering.
Meetpunt energieterugwinning
Het meetpunt waarop energieterugwinning bepaald moet worden is de door een onafhankelijke instantie periodiek geijkte weegbrug (waarbij het gaat om het wegen van de invoer van het energie terugwinningsproces) van of in opdracht van de inrichting voor het terugwinnen van energie uit het verpakkingsafval.
Het afvalbedrijf meldt het gemeten gewicht per verpakkingsmateriaal aan Verpact. Verwerking van verpakkingsafval in Nederlandse afvalverbrandinginstallaties wordt niet gezien als ‘energieterugwinning’. Voor deze afbakening is gekozen om in het kader van de rapportage over de richtlijn verpakkingen onderscheid te kunnen maken tussen verwerking in een AVI en overige energieterugwinning. De Rijksoverheid monitort voor de Richtlijn zelf de verwerking in een AVI.
Verpakkingen bestaande uit meerdere materiaalsoorten
Bij verpakkingen (zoals drankenkartons) bestaande uit meerdere materiaalsoorten, vindt meting in het kader van de monitoring plaats op het meetpunt dat is vastgesteld voor een van de materiaalsoorten. In het kader van de vergoedingen kunnen specifieke eisen aan de meting en opgave zijn gesteld. Als het gewicht van de verschillende soorten materialen afzonderlijk is te meten, vindt meting per materiaal plaats op het desbtreffende meetpunt.
Voor het bepalen van het gewicht is het uitgangspunt om hiervoor een zo specifiek mogelijke weging op een door een onafhankelijke instantie geijkte weegbrug te gebruiken. In sommige situaties is dit niet mogelijk en kan gebruik worden gemaakt van alternatieven om het gewicht te bepalen.
Wegingen
Gemeenten, afvalbedrijven, recyclers en inrichtingen voor energieterugwinning betrokken bij de monitoring werken zo uniform mogelijk en gebruiken wegingen. Als het onvermijdelijk is om een andere methode voor gewichtsbepaling te hanteren, dient dit onderbouwd te worden gerapporteerd aan Verpact.
Aannames en kentallen
In bepaalde omstandigheden is wegen geen optie en kan er gebruik gemaakt worden van aannames en kentallen. Zie hiervoor de Ministeriële Regeling Verslaglegging.
Verpact voert sorteeronderzoeken uit voor de monitoringsrapportage, onder andere voor het bepalen van kentallen, zoals het aandeel verpakkingen in materiaalstromen. De meetmethode is vastgelegd in meetprotocollen. De van toepassing zijnde meetprotocollen zijn opgenomen als bijlage 3. Actuele kentallen staan op www.nedvang.nl.
Belangrijke documenten
- Bijlage 3.1 - Meetprotocol oudpapier en karton
- Bijlage 3.2 - Meetprotocol verpakkingsglas
- Bijlage 3.3 - Meetprotocol kunststofverpakkingen en drankenkartons
- Bijlage 3.4 - Meetprotocol aandeel verpakkingen in Afvalhout
- Bijlage 3.5 - Meetprotocol voor het recyclingpercentage van metalen verpakkingen
- Bijlage 3.6 - Beoordelingsprotocol PMD